De carrière van de expat-partner
Hoe krijg je in een nieuw thuisland je carrière van de grond? Women for Women koppelt al drie jaar lang expat spouses aan lokale zakenvrouwen met een groot netwerk. Dit zijn de verhalen van drie mentoren en hun ‘talenten’. Over LinkedIn-en op z'n Nederlands en de vraag: hoe raak je weer verankerd in een samenleving?
Katarzyna en Monique
Katarzyna is de mentee, het talent, de euhmm … Monique en Katarzyna kijken elkaar aan: ja, hoe noemen we het eigenlijk? Een schaterlach. Feit is dat Katarzyna Hejna zes maanden geleden gekoppeld werd aan Monique Mols, Head of Corporate Communications bij ASML. Monique omschrijft haar deelname aan WfW als ‘de daad bij het woord voegen’. “We hebben in deze regio tech talent van over de hele wereld nodig, en we hopen dat ze hier gelukkig worden en blijven. Maar dat kan alleen als hun partners ook hun draai weten te vinden.”
Katarzyna kwam met haar man mee naar Eindhoven. In Polen was ze journalist en tv-verslaggever. “Taal is altijd mijn instrument geweest. Hoe kan ik mijn skills nu het beste inzetten in een nieuw land? Daar hebben we veel over gesproken.” Monique bracht haar onder andere in contact met een Nederlandse journalist en vroeg Katarzyna vijf succesmomenten uit haar loopbaan op te schrijven. “Het is een manier om scherp te krijgen waar je talent ligt én om dat vervolgens goed te verwoorden in een kennismakingsgesprek. Dat voelt al snel als opscheppen. Maar dat is een gevoel dat ik altijd van harte adviseer om te negeren.”
Tatiana en Emma
Emma Briggs is de mentor van Tatiana Leon. Zij is acquisition manager bij de gemeente Eindhoven en kent de binnenstad en de lokale retailers goed. Allebei hebben ze eerder ervaring opgedaan in het buitenland.
Tatiana: “Toen ik voor mijn studie vanuit Venezuela naar Barcelona verhuisde, ging het opbouwen van een nieuw netwerk heel natuurlijk. Je studeert, vindt een baan en ontmoet makkelijk nieuwe mensen. Na tien jaar Barcelona vertrok ik naar Eindhoven, waar mijn man een baan had gevonden bij ASML. Vanuit die positie, als partner-van, ergens opnieuw beginnen is wel een stuk lastiger.
In Barcelona werkte ik als binnenhuisarchitect bij een internationaal designbureau. Ik begeleidde allerlei projecten, van de conceptfase tot aan de uitvoering. Maar als ik het zo vertel, in algemene zinnen, trap ik gelijk in mijn valkuil haha. Ik heb geleerd dat je in Nederland héél specifiek moet zijn over wat je kunt en wat je wilt.”
Emma: “We hebben elkaar een stuk of vijf keer ontmoet. Dan bespraken we hoe je je hier in Nederland presenteert, hoe je een passend LinkedIn-profiel maakt en hoe je sollicitatiegesprekken voert. Ik kom zelf uit een niet-Nederlands gezin en weet: onze werkcultuur is echt totaal anders dan in veel andere landen.”
Tatiana: “Toen ik een keer een sollicitatiebrief had gestuurd en na een week nog niets had gehoord zei Emma, ‘bel ze gewoon even. Je moet jezelf laten zien en niet bescheiden zijn, dat werkt hier niet.’ Die aanpak is wennen voor mij. Zomaar een potentiële werkgever bellen of ze m’n brief wel gezien hebben, dat zou ik in Venezuela nooit gedaan hebben.”
Janeen en Ingrid
De Zuid-Afrikaanse Janeen Prinsloo is ‘sielkundige’, zoals dat zo mooi heet in haar moedertaal. Ze promoveert op dit moment in de neuropsychologie en ontmoette Ingrid van Eijndhoven, directeur van een middelbare school voor kinderen met een vorm van autisme of ad(h)d, op een bijeenkomst van WfW. De twee hadden direct een klik.
Waar veel expat spouses nog aan het begin van hun carrière staan, heeft Janeen er al een loopbaan van 25 jaar opzitten. Haar laatste project was met gevangenen in Zuid-Afrika, waarbij de Ubuntu-filosofie een belangrijke rol speelt: I am because we are / A person is a person through others.
Haar ontmoetingen met Ingrid zijn dan ook meer dan het uitwisselen van praktische tips. “Als je van buiten komt en je klikt met iemand die midden in de samenleving staat, dan is het alsof je weer coördinaten krijgt. Alsof je weer regtig mens kunt zijn.”
“Je werk lijkt vaak te bepalen wie je bent”, zegt Janeen ook. “Toen ik naar Nederland verhuisde, werd ik losgemaakt van die identiteit. Een goede ervaring, want uiteindelijk ben je niet je beroep. I am because we are ... ik besef nu nog meer wat dat betekent.”